Ons lichaam bevat ongeveer 10 keer zoveer Bakterién als lichaamscellen. Ein grootdeel daarvan bevindt zich in dikke darm en vormen de natuurlijke darmflora, die verschillende funkties in ons lichaam overnemen. Ze helpen bij bei de spijsvertering, sterken het Immuunsystem en bevorderen de Peristaltiek.
Een ding hebben koeien en mensen identiek: In hun leven ontelbaar veel medebewoners; micro-organismen, bakterién, die in veel meer voorkomen als de lichaamscellen. Alleen het tijdstip waarop deze micro-organismen hun werk doen is bij koeien en mensen heel verschillend.
Bij koeien worden cellulose en andere polysacchariden afgebroken in de bosmaag. Hierdoor ontstaan vetzuren met een korte keten. Bij mensen beginnen de bacteriën pas in de dikke darm echt te werken. Ook hier worden vetzuren met een korte keten aangemaakt. Het werk van deze micro-organismen is uiterst belangrijk voor de gezondheid van koeien en mensen.
De 1013 cellen van het menselijk lichaam staan de 1014 Bakterién im ecosysteem van de mens tegenovergesteld. Dat wil zeggen 10-keer meer bakterién als lichaamscellen. De dikke darm bevat veel meer van deze micro organismen als de dunne darm. Het gaat om ruim 1.000 verschillende soorten en stammen, die deel van de individuele darmflora uitmaken. Het is tot nu toe nog onbekend hoe het deze micro organismen lukt zich weer te groeperen nadat ze door antibiotika of een colonoscopie worden vernietigd.
Eigenlijk is de term “flora” niet helemaal juist. Flora betekent plantenrijk. Het woord stamt uit de tijd dat bacteriën nog tot de planten werden gecategoriseerd. Nu maken ze deel uit van hun eigen groep. De bacteriën in de darm vormen geen levenloze massa. Ze voeren het metabolisme uit. En dit enorme aantal produceert stoffen die een effect hebben op het hele organisme. De prestaties van de darmflora kan men met die van de lever vergelijken, het orgaan dat de meeste metabolische functies heeft. Darmbacteriën voeren veel belangrijke taken voor ons uit. Er moet nog verder onderzoek gedaan worden omdat hierover nog niet alles duidelijk is.
Voeding en darmflora
De samenstelling van de darmflora verandert met het voedselaanbod. Afwijkingen in eetgewoonten en veranderingen in de voeding kunnen de balans van de darmflora beïnvloeden, deze beschadigen of de gezondheid bevorderen. Ook de toediening van antibiotica verstoort de balans. Bij een combinatie van verschillende negatieve factoren vermenigvuldigen pathogene micro-organismen zoals enterokokken of clostridia zich enorm. Daarbij worden gezondheidsbevorderende bacteriën zoals lactobacillen en bifidobacteriën verdrongen. Heel veel ziekten zijn nauw verbonden met de microflora van de darm.
De darmflora van vleeseters is anders samengesteld dan mensen die uitsluitend plantaardig voedsel eten. Uit een studie is gebleken dat de stofwisselingsproducten van de micro-organismen die in de ontlasting van vleeseters voorkomen, tot DNA-beschadiging kunnen leiden. Het resultaat kan kanker zijn en dit meestal in de dikke darm. Veel stoffen die bij de bereiding van vlees vrijkomen (vooral bij het grillen boven een open vuur), tasten het DNA aan. Op deze manier draagt de Schade aan het genetisch materiaal toegevoegd op beslissende wijze bij tot het ontstaan van kanker.
Opgaven van de darmflora
Met zijn enorme oppervlakte vormt de darm het grootste uitwisselingsoppervlakte met de omgeving. Lichaamsvreemde stoffen, waaronder ziektekiemen, worden voortdurend doorgelaten. Immuuncellen bevinden zich in de darmwand. Een aanzienlijke gedeelte van antilichamen tegenover deze ziektekiemen wordt gevormd door lymfeweefsels in de darm. Ze worden aan de bloedbaan doorgegeven en komen zo ook in de mond, neus en longen terecht. Op die manier worden ook andere delen van het lichaam met deze afweerstoffen voorzien.
Bij de ontwikkeling van het immuunsysteem speelt een gezonde darmflora een belangerijke rol. De ongevaarlijke kiemen activeren en trainen de afweercellen. Zonder een gezonde darmflora kan de werking van het immuunsysteem niet in stand worden gehouden. Natuurlijk is ons afweersysteem niet onfeilbaar en wordt vaak verzwakt, waardoor we vatbaar voor ziekten worden.
De darmflora speelt een rol bij de vertering van voedingsvezels. Vroeger werden voedingsvezels als onverteerbaar aangezien omdat er in het lichaam geen enzymen bevinden die deze kunnen afbreken. Zo geloofde men, werden ze onverteerd door de dikke darm uitgescheden. Maar nu weet men dat darmbacteriën het wel kunnen. Ze breken zelfs hout af. Hierbij ontstaan vetzuren met een korte keten: azijnzuur, propionzuur, boterzuur en melkzuur. Deze afbraakproducten zijn zeer energetisch. Zij voeden de darmslijmvliescellen en de darmflora zelf.
Er is gebleken dat een tekort aan deze vetzuren vaak bij patiënten met chronische inflammatoire darmziekten voorkomt. Ook het prikkelbare darmsyndroom, diarree of constipatie kunnen een gevolg van stoornissen van de darmflora zijn. Korte-keten vetzuren stimuleren de darmbewegingen. Dit stimuleerd de vermenging van de voedselbrij voor de absorptie van de voedingsstoffen en het verdere transport.
Bovendien produceert de darmflora stoffen die het lichaam niet zelf kan aanmaken. Daartoe behoren bijvoorbeeld vitamine K, die heel belangrijk is voor de bloedstolling, en vitamine B12. Helaas wordt vitamine (B12) in het onderste deel van de darm niet meer opgenomen. Er bestaat discussie daarover of de mogelijkheid bestaat dat in de gezonde darmen van mensen die puur plantaardig eten, dergelijke vitamine B12-producerende micro-organismen tot in de dunne darm blijven opstijgen, waar absorptie mogelijk is. Zij kunnen ook vitamine B1 en B2 produceren.
Wanneer de barrièrefunctie van de darmwand verstoord is, wordt deze doorlaatbaar voor ziekteverwekkers. Dit kan leiden tot ontstekingsreacties die een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van andere ziekten. Hier gaat het onder meer om inflammatoire darmziekten, diabetes type 2, aderverkalking, hartfalen en bepaalde leverziekten.
Om de gezondheid en de kwaliteit van het leven te verbeteren, is het zinvol meer aandacht aan de darmflora te besteden. Dit is mogelijk door meer voedingsvezels te consumeren. Voedingsvezels vinden we in fruit, groenten, volle granen, zaden en noten. Als we weinig of – nog beter – helemaal geen vlees eten, verbeteren we de darmflora en ontwikkelen een kolonisatie van gezonde darmkeimen.
Blijf geinformeerd
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte over je gezondheid
Esther Neumann heeft voedingsleer aan de Universiteit van Wenen gestudeerd. Sindsdien was ze auteur voor het gezondheidstijdschrift “Leben und Gesundheit” en gaf op verschillende plaatsen in Oostenrijk gezondheidslezingen.
Geef een reactie