Waarom eten sommige mensen excessief wanneer ze verdrietig zijn?

Het idee om een bak ijs te eten om verdriet te verwerken is een beetje cliché geworden. Hoewel sommigen misschien geen bak chocolade nodig hebben om zichzelf weer op te peppen, bestaan er bepaalde verschillen in de manier waarop mensen met gebeurtenissen omgaan die hen van streek maken, waarbij sommigen eerder troost in voedsel gaan zoeken dan anderen.¹⁾Van Strien T. Causes of Emotional Eating and Matched Treatment of Obesity. Current Diabetes Reports (2018) 18: 35 https://doi.org/10.1007/s11892-018-1000-x

Dit is belangrijk, omdat wanneer we eten om negatieve gevoelens te verwerken er een grotere kans op overeten bestaat en het waarschijnlijk met zwaarlijvigheid en overgewicht geassocieerd wordt .²⁾Bryant E. J. et.al. Disinhibition: its effects on appetite and weight regulation. https://doi.org/10.1111/j.1467-789X.2007.00426.x Tegenwoordig lijden meer mensen dan ooit aan overgewicht en obesitas. Volgens recente schattingen zullen in 2025 wereldwijd 2,7 miljard volwassenen aan obesitas lijden, met alle risico’s op gezondheidsgerelateerde problemen zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en kanker.

De vraag is dus, waarom sommige mensen hun emoties met voedsel verwerken en anderen niet. Een psychologisch concept dat helpt om dat te verklaren is de gehechtheidstoestand van volwassenen.³⁾Lopez, F. G., & Brennan, K. A. (2000). Dynamic processes underlying adult attachment organization: Toward an attachment theoretical perspective on the healthy and effective self. Journal of Counseling Psychology, 47(3), 283–300. https://doi.org/10.1037/0022-0167.47.3.283

Afhankelijk van de mate van vrees om door degenen verlaten te worden van wie we houden, bevinden volwassenen zich ergens op de dimensie van “hechtingsangst”. Afhankelijk van waar we op deze dimensie belanden (hoog of laag), zal bepalen hoe wij en anderen ons in persoonlijke relaties gedragen. Deze verwachtingen zijn als reactie onstaan op de zorg die we als kind ontvingen en kan onze gehechtheidsstijl karakteriseren.

Een recente meta-analyse – een studie die de resultaten van vele andere studies combineert – toonde aan dat hoe hoger iemands hechtingsangst is, hoe meer hij ongezond eetgedrag met een domino-effect op de body mass index (BMI) vertoont.⁴⁾Faber A. et.al. Attachment and eating: A meta-analytic review of the relevance of attachment for unhealthy and healthy eating behaviors in the general population,
Appetite, Volume 123, 2018, Pages 410-438, https://doi.org/10.1016/j.appet.2017.10.043.
Wilkinson, L., Rowe, A., Bishop, R. et al. Attachment anxiety, disinhibited eating, and body mass index in adulthood. Int J Obes 34, 1442–1445 (2010). https://doi.org/10.1038/ijo.2010.72 Twee andere onderzoeken hebben ook aangetoond dat patiënten die een chirurgische ingreep voor gewichtsverlies ondergaan vaak hogere hechtingsangstscores hebben dan de vergelijkbare magere populatie, en men vermoed dat dit verschil deels door de neiging om te veel te eten wordt verklaard.⁵⁾Nancarrow, A., Hollywood, A., Ogden, J. et al. The Role of Attachment in Body Weight and Weight Loss in Bariatric Patients. OBES SURG 28, 410–414 (2018). https://doi.org/10.1007/s11695-017-2796-1
Wilkinson, L., Rowe, A., Sheldon, C. et al. Disinhibited eating mediates differences in attachment insecurity between bariatric surgery candidates/recipients and lean controls. Int J Obes 41, 1831–1834 (2017). https://doi.org/10.1038/ijo.2017.157

Hechtingsangst begrijpen

We weten al heel lang dat mensen met een hoge hechtingsangst eerder geneigd zijn om zich zorgen te maken en het moeilijker vinden om met hun emoties om te gaan als ze van streek zijn.⁶⁾Mikulincer, M. (1998). Adult attachment style and affect regulation: Strategic variations in self-appraisals. Journal of Personality and Social Psychology, 75(2), 420–435. https://doi.org/10.1037/0022-3514.75.2.420. In eerste plaats heeft dit te maken met hoe gehechtheidsoriëntaties tot stand komen. De dynamiek en gevoelens met betrekking tot onze belangrijkste langetermijnrelaties, ook in ons vroege leven, fungeren als sjablonen die ons gedrag in latere relaties en in stressvolle situaties sturen.

Als we consistente zorg van een verzorger ontvangen, die ons helpt met problemen in het leven om te gaan, ontwikkelen we een stabiele gehechtheidsoriëntatie. Mensen met een goede gehechtheidsoriëntatie zijn in staat om, wanneer zich een negatieve gebeurtenis voordoet, steun bij anderen te zoeken of zichzelf te kalmeren door aan de dingen te denken die hun verzorger of een andere belangrijke persoon tegen hun in die situatie zou zeggen.

Hoewel, inconsistente zorg – waarbij de verzorger soms wel en soms niet op de behoeften van de ander reageert – leidt tot hechtingsangst en een angst dat er niet aan de behoeften zal worden voldaan. Bij negatieve gebeurtenissen in het leven wordt steun van anderen gezocht, maar deze wordt als onbetrouwbaar ervaren. Mensen met een hoge gehechtheidsangst zijn ook minder goed in staat om zichzelf te kalmeren dan mensen met een zekere gehechtheid.

We hebben onlangs getest of dit slechte emotionele management zou kunnen verklaren waarom mensen met gehechtheidsangst meer tot overeten geneigd zijn. Belangrijk is, dat we ontdekten dat het voor mensen met een hoge gehechtheidsangst moeilijker was om zich los te maken van wat hen van streek maakte en om door te gaan met wat ze eigenlijk zouden moeten doen. Deze negatieve emoties werden met voedsel verwerkt en dit leidde tot een hogere BMI.

Het is van belang op te merken, dat dit slechts één van meerdere factoren is die overeten en BMI kunnen beïnvloeden. We kunnen niet zeggen dat hechtingsangst overeten en gewichtstoename veroorzaakt. Het kan zijn dat overeten en gewichtstoename onze gehechtheidsoriëntatie beïnvloedt, of het kan een combinatie van beide zijn.

Eetgedrag onder controle houden

Er bestaan twee benaderingen die veelbelovend zijn voor mensen met gehechtheidsangst die hun eetgedrag onder controle willen krijgen. Deze betreffen het aanpakken van de specifieke gehechtheidsoriëntatie zelf en/of het verbeteren van emotieregulatievaardigheden in het algemeen.

Om gehechtheidsoriëntatie aan te pakken, bestaat er een psychologische techniek die “security priming” heet en ontworpen is om mensen zich als “secures”, te laten gedragen zodat ze goed met negatieve gebeurtenissen in het leven kunnen omgaan.⁷⁾Omri Gillath, Gery Karantzas, Attachment security priming: a systematic review, Current Opinion in Psychology, Volume 25, 2019,Pages 86-95, https://doi.org/10.1016/j.copsyc.2018.03.001 In het algemeen leidt het tot gunstige effecten, zoals het vertonen van meer pro-sociaal gedrag. Eén onderzoek toonde aan dat priming aan snackinname gerelateerd is. Wanneer mensen gevraagd worden om over zekere relaties in hun leven na te denken, eten ze minder tijdens een latere snack-episode dan wanneer ze gevraagd worden om over zorgwekkende relaties in hun leven na te denken (hoewel het onderzoek erg beperkt is en dus gerepliceerd en uitgebreid moet worden).⁸⁾Wilkinson L. et.al. Eating me up inside: Priming attachment security and anxiety, and their effects on snacking. https://doi.org/10.1177/0265407512468371

Als we naar emotieregulatie kijken dan blijkt uit een recent gepubliceerd artikel dat het belangrijk is, dat emotionele eters zich op vaardigheden zoals omgaan met stress richten in plaats van calorierestrictie, wanneer ze gewicht willen verliezen. In deze studie werd echter niet alleen naar mensen met gehechtheidsangst gekeken, daarom moet dit verder onderzocht worden..⁹⁾Van Strien T. Causes of Emotional Eating and Matched Treatment of Obesity. Current Diabetes Reports (2018) 18: 35 https://doi.org/10.1007/s11892-018-1000-x

Natuurlijk zou in een ideale wereld iedereen relatie-ervaringen moeten opdoen die zouden kunnen helpen bij het ontwikkelen van een hoge hechtingszekerheid, en misschien is dit wel een verborgen derde benadering – het vergemakkelijken van betere zorgverlening en interpersoonlijke relaties voor iedereen.

Blijf geinformeerd

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte over je gezondheid

Nu aanmelden!

This article is republished from The Conversation under a Creative Commons license. Read the original article.

Laura Wilkinson

Angela Rowe

Charlotte Hardman